CRDI-injectorencodering
Zie de algemene informatiepagina over injectorcodering.
1 Bosch EDC16C39 & EDC17 Injectorkalibratie
Elke injector heeft een kalibratienummer dat op de bovenzijde van de injector is gelaserd.
Het kalibratienummer bestaat uit 7 cijfers of letters (bijvoorbeeld “CFLKN2I”).
CRDi-injectorkalibratie is beschikbaar in het menu “ECU Programmeren/Coderen” na aansluiting op de regeleenheid van de dieselmotor.
De huidige injectorconfiguratie kan worden gelezen met behulp van de functie ‘CRDi injectorkalibratie – lezen’. Deze functie is veilig te gebruiken. Er worden geen waarden gewijzigd.
De weergegeven kalibratienummers moeten overeenkomen met de kalibratienummers van de injectoren die in het voertuig zijn geïnstalleerd.
Wij raden u aan de originele waarden te lezen en op te slaan voordat u nieuwe injectoren kalibreert.
Voor kalibratie van nieuwe injectoren gebruikt u de functie “CRDi injector kalibratie – Schrijven”.
Injectoren worden één voor één gekalibreerd. Eerst wordt u gevraagd om het volgnummer van de injector (1..4 voor 4-cilindermotor, 1..5 voor 5-cilinder, 1..6 voor 6-cilinder) om te kalibreren.
Voer vervolgens het juiste 7-cijferige kalibratienummer in.
Controleer of de werking succesvol is door de kalibratie van de injectoren terug te lezen.
Kalibratieprocedure voor Delphi-injectoren is hetzelfde als voor Bosch. Er is slechts één extra functie in het menu “ECU Programmeren/Coderen”, de functie “CRDi-injectorenkalibratie – Wissen”, die wordt gebruikt om de huidige kalibratiegegevens van de injectoren te wissen.
Delphi-injectoren hebben een ander formaat kalibratienummers dan Bosch-injectoren:
Voorbeeld van kalibratienummers ingevoerd in de Delphi DDCR-regeleenheid op de KWP2000-bus. Voor elke injector wordt een 16-cijferig kalibratienummer ingevoerd, bestaande uit letters en cijfers.
Voorbeeld van kalibratienummers ingevoerd in de Delphi DCM-regeleenheid op CAN-bus. Voor elke injector wordt een 20-cijferig kalibratienummer ingevoerd, bestaande uit letters en cijfers.